Sustainable Development Goals

Onze basis: de SDG’s

Leidend motief voor het initiatief De Groen Pluim zijn de Sustainable Development Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties. Dit is onze bakermat. Deze duurzame ontwikkelingsdoelen, bestaan uit zeventien doelen en 169 targets die de wereld tot een betere plek moeten maken in 2030, schrijven de Verenigde Naties in hun voorstel voor een nieuwe mondiale agenda. Een agenda die door 193 lidstaten wordt gedeeld en daarmee een imponerend commitment. De doelen moeten een einde maken aan armoede, ongelijkheid en klimaatverandering. Leaving no one behind. De samenhang en de omvang van alle global goals is veelomvattend, zeventien doelen die allemaal even belangrijk zijn vanuit een wereldperspectief, maar die niet voor elke ‘business’ even relevant. Daarom heeft De Groene Pluim een selectie gemaakt van vier kerndoelen. Het is een selectie die aansluit bij de aandachtsgebieden van een brede groep ondernemersactiviteiten. Zo wordt De Groene Pluim laagdrempelig en herkenbaar ingezet binnen de regio.

Het Klimaatakkoord van Parijs en het Nationaal en Provinciaal Energie akkoord vinden hun basis in de SDG’s. In Parijs zijn met name afspraken gemaakt over klimaatverandering. Dit wordt beschouwd als het momentum, waarop het bedrijfsleven meer initiatief heeft genomen door concreet werk te maken van duurzaam ondernemen. We staan voor een grote uitdaging met de ondernemer in een nieuwe hoofdrol, die als groene motor, als katalysator van verandering. Of, zoals landelijke SDG-Coordinator Sandra Pellegrom treffend opmerkte: “Die SDG’s bieden ook heel veel kansen. Je ziet in de grote transities waar we mee bezig zijn veel behoefte aan nieuwe innovatieve producten en diensten die daaraan bijdragen. Juist het bedrijfsleven kan en moet die ontwikkelen.”

Ambassadeur Judith Maas, SDG Nederland

We moeten ons bewust zijn van onze impact

Judith Maas, directeur van SDG Nederland, is sinds november 2022 een van de ambassadeurs van De Groene Pluim. In dit interview vertelt zij over de uitdagingen waar we met elkaar voor staan. Een gesprek waarin ze haar zorgen deelt over de manier waarop wij met onze planeet omgaan en deze uitputten. Maar ook een gesprek over hoop: Ik weet zeker dat we over twintig jaar kunnen zeggen ‘wat was dat toen een ingewikkelde periode, maar wat zijn we ver gekomen’. 

Alleen gebruiken wat ons toekomt

Judith Maas als gastvrouw bij de lustrumbijeenkomst. Foto: Edwin Wiekens

De Sustainable Development Goals (SDG’s) vormen samen een duurzaamheidsagenda waarmee toegewerkt wordt naar een duurzame samenleving in 2030. Tijdens de onderhandelingen over deze opvolger van de eerder gestelde millenniumdoelen, werd SDG Nederland geboren. Inmiddels is SDG Nederland een enorm netwerk van organisaties en stichtingen, waarbij aan elke SDG een organisatie als aanjager is gekoppeld.

Judith Maas: “We moeten de planeet zo inrichten dat we er niet meer op interen en we alleen gebruiken wat ons toekomt. Dat we niets nemen wat van een ander is; voor het hier en nu, maar ook niet van onze kinderen, kleinkinderen en hun kinderen.” De ‘World Overshoot Day’, de dag in het jaar waarop alle energie en grondstoffen zijn verbruikt waar we het hele jaar mee hadden moeten doen, maakt pijnlijk duidelijk dat we daar nog lang niet zijn. “In 2023 viel dat moment in Nederland al op 12 april. Dan heb je dus echt nog een heel stuk van het jaar te gaan! Anders gezegd: als iedereen zou leven als de ‘gemiddelde Nederlander’, hebben we 3,6 aardes nodig. We gebruiken in Nederland dus veel meer dan ons toekomt. Om dat te veranderen, is bewustwording nodig. Dat geldt voor de overheid, dat geldt voor bedrijven, maar dat geldt ook voor het individu. Wij moeten er ons van bewust zijn wat de impact is als je vlees op de barbecue legt; welke impact het heeft als je het vliegtuig pakt. Waarbij mensen in de hogere inkomensgroepen dus ook een veel grotere impact hebben dan de mensen die minder te besteden hebben”, zegt Judith.

Nederland hekkensluiter bij spillover-index

Op de vraag hoe Nederland het doet antwoordt Judith: “Er zijn veel meetmethodes, maar de www.sdgindex.org geeft goed weer hoe we het ten opzichte van andere landen doen. Een onafhankelijke organisatie analyseert aan de hand van 200 indicatoren hoe we ervoor staan op het gebied van duurzaamheid. Over het geheel genomen staan we nu op de 20e plaats, waarmee we in Europa tot de middenmoot behoren. Kijk je naar de impact die wij hebben op andere landen, de zogenaamde ‘spillover-index’, dan zijn we echt hekkensluiter. Nederland als handelsland maakt dat onze voetafdruk in de wereld groot is. Neem bijvoorbeeld de schade die wij in andere landen veroorzaken door het gebruik van pesticiden of het delven van grondstoffen. Zo ook met water: 90 procent van het watergebruik van Nederlanders wordt niet hier gebruikt, maar elders. Water dat nodig is voor de avocado’s die hier in de schappen liggen, of dat wordt gebruikt voor de productie van veevoer en vlees dat we hier eten.”

Het roer om

Voordat Judith Maas in 2021 directeur werd bij SDG Nederland, was zij diplomaat in landen als Mexico, Afghanistan en Uganda. “Heel eervol werk, vooral in Mexico had ik een mooie tijd. Toch kwam juist daar het besef dat het roer om moest; Mexico investeert heel erg in de oude economie en in fossiele energie. Ik heb maar één leven, één carrière. Als ik naar mijn kinderen kijk, voel ik het als mijn plicht om me in te zetten voor een leefbare wereld. Dat bereik je niet door met het vingertje te wijzen, maar wel door mensen te vertellen wat onze impact is, welke keuzes we hebben. Elkaar informeren is belangrijk. Dat vind ik ook het mooie aan De Groene Pluim. Bedrijven delen kennis en zijn eerlijk over wat er goed gaat en wat er niet goed gaat.”

Verduurzamen door spullen niet te kopen

Daar hoort volgens Judith wel een waarschuwing bij: “Nederlanders zijn ongelooflijk innovatief. Toch ben ik ervan overtuigd dat we niet de inhaalslag maken die nodig is als we alleen maar inzetten op innovatie. De grootste positieve impact bereik je door spullen niet te kopen. We moeten toe naar een ontgroei economie. Het gaat niet goed als we die goedkope elektronica uit China blijven kopen. Ik snap het ook niet. Waarom hebben we zoveel meer nodig dan vroeger? Waarom hebben mijn ouders nog wel de blikopener die ze bij hun trouwuitzet kregen en waarom heb ik er ondertussen al vier versleten? Waarom gaan telefoonsnoertjes zo snel kapot, terwijl we wel kabels kunnen maken die jarenlang in zeewater liggen en het gewoon blijven doen?

“Ik snap het ook niet. Waarom hebben we zoveel
meer nodig dan vroeger? Waarom gaan dingen zo snel kapot?”

 

Door iets te ontwikkelen dat lang meegaat, snijd je je als ondernemer zelf in de vingers; het is geen gemakkelijk business model. Het mooie van het Groene Pluim-netwerk is dat het een krachtig en lokaal netwerk is. Een community van koplopers, die met elkaar kunnen sparren en met elkaar samenwerken. Duurzame investeringen zijn vaak dure investeringen. Dan is het heel fijn als je binnen zo’n netwerk kunt zorgen dat daar langere termijn opdrachten tegenover staan. Zo help je elkaar verder. Als ambassadeur wijs ik gemeentes ook op het succes van De Groene Pluim, laat ik zien wat dat kan betekenen voor bedrijven èn gemeentes.”

Is er nog hoop?

Foto: Margret Tielemans

Ondanks de grote opgaves die er liggen, is Judith Maas enorm optimistisch: “We zitten nu in het oog van de storm, maar we komen er zeker uit. Als we tenminste de goede kant op bewegen en daar haast bij maken. De prijs van het repareren van onze fouten wordt elk jaar – zelfs elke dag – hoger. Het is onrechtvaardig dat 92 procent van de klimaatschade in het ‘westen’ wordt veroorzaakt, terwijl 98 procent van de klimaatdoden in het zuiden vallen. Dat tij keren, is niet makkelijk. Ik vind het dan ook fantastisch dat De Groene Pluim de bedrijven die wel hun nek uitsteken, in het zonnetje zet. Het inspireert andere bedrijven om ook stappen te zetten. Al met al weet ik heel zeker dat we in 2050 terugkijken en denken ‘wat zaten we toen in een ingewikkelde tijd en wat fijn dat we er nu uit zijn’.”